Alle hersentumor informatie

          

Recidief hersentumor

Diagnose hersentumorHet woord recidief is afkomstig uit het Latijn waar het terug-vallen betekent. Men spreekt van een recidief bij een ziekte, met name bij kanker, als deze ziekte na een tijdlang verdwenen te leek zijn (in remissie was) weer terugkomt. Bij hersentumoren betekent dit dat na een succesvolle behandeling er na verloop van tijd dan toch weer hersentumorgroei plaatsvind.

Bij kwaadaardige hersentumoren treedt bijna altijd vroeg of laat weer een recidief op. De hersentumor, ook al lijkt hij er helemaal uitgesneden te zijn, bestraald en chemo, is dan opeens weer op een MRI zichtbaar hetgeen dan vaak weer gepaard gaat met nieuwe klachten en symptomen.

Recidief of niet?

Een hersentumor patiënt wordt, zeker bij kwaadaardige hersentumoren, ook na een succesvolle behandeling in verband met de grote kans op recidieven nog periodiek gemonitord. Dit gebeurt meestal door één of meerdere keren per jaar een MRI-scan van het hoofd te maken.

Wanneer er bij een periodieke controle of na aanleiding van nieuwe of terugkerende symptomen een MRI-scan (of CT-scan) gemaakt is waarop nieuwe tumor activiteiten zichtbaar lijken te zijn, is het lang niet altijd direct te zeggen of het dan echt om een tumor recidief gaat. Als die patiënt eerder een operatie maar met name bestraling en eventueel ook chemotherapie gehad heeft, kunnen op dit soort controle-scans ook nieuwe afwijkingen te zien zijn die een gevolg zijn van de gevolgde behandeling.

Pseudoprogressie en radionecrose

De afwijkingen op een controle-scan van een succesvol behandelde hersentumor patiënt kunnen er net zo uitzien als tumor recidief. Ze kunnen zelfs dezelfde klachten geven, zoals hoofdpijn of neurologische uitval. Deze afwijkingen nemen echter over het algemeen vanzelf weer af na verloop van tijd. Deze tijdelijke afwijkingen worden dan ook wel ‘pseudoprogressie’  of ‘radionecrose’ (necrose = dood weefsel) genoemd. Het kan zelfs voor een ervaren neuroloog en radioloog erg moeilijk zijn om pseudoprogressie van een echt tumorrecidief te onderscheiden, hetgeen bij een operatie bijvoorbeeld ook nog bemoeilijkt kan worden door gevormd litteken weefsel. Daarom moet zo'n scan vaak na enkele weken tot maanden nog eens herhaald worden om te zien of het zich verder ontwikkeld en zo meer zekerheid te krijgen of er echt weer nieuwe tumorgroei plaatsvind.

Een PET-scan

Om echte zekerheid te krijgen of een nieuwe vertekening op de MRI-scan ook echt tumor groei/ontwikkeling is en het lijkt dermate ernstig dat er op korte tijd meer zekerheid over gekregen moet worden, wordt vaak aanvullend een PET-scan ingezet. Deze PET-scan is een apparaat dat de stofwisseling in kaart brengt. Als er stofwisseling in de op de MRI-scan gevonden vlek wordt waargenomen kan men voor 100% zeker zijn dat dit een actief gebied en dus tumor ontwikkeling en groei is. Wij adviseren de patiënten om dus wanneer de behandelende arts een voorstel tot operatie van een recidief te doen er goed bij op te letten of er wel genoeg gecontroleerd is of de afwijkende scan ook echt tumorgroei betreft en bij twijfel ook zeker te zorgen dat er eerst daarvoor ook een PET-scan gemaakt wordt. Want opereren aan pseudoregressie is onnodig en neemt de nodige risico's met zich mee die een dramatische verslechtering van de kwaliteit van leven voor de patiënt kunnen geven.

Keuzes bij behandeling van een recidief

De keuzes voor een behandeling van het hersentumor recidief hangen van verschillende zaken af zoals:

  • de lichamelijke en psychische conditie van de patiënt op dat moment
  • de locatie van de tumor
  • de grootte van de tumor
  • de hersentumorbehandelingen die al dan niet eerder zijn gegeven

Zo kan het soms mogelijk zijn om nogmaals te opereren, nogmaals te bestralen en/of eerder gegeven chemotherapie te herhalen. Of kan er nu een andere vorm van chemotherapie worden toegepast. Daarnaast worden er ook regelmatig experimentele therapieën toegepast bij terugkeer van een herentumor. Dit laatste gebeurt in zogenaamde “klinische trials”: onderzoeken, waarvoor een patient door de begeleidende arts gevraagd kan worden te participeren. In het algemeen komen alleen patiënten in een verder relatief goede conditie voor dit soort studies in aanmerking. Het is een extra kans en je helpt tevens het hersentumor onderzoek naar genezing een stap verder.

Zeker ook bij recidieven is naast het verlengen van de levensverwachting vooral ook de kwaliteit van leven van groot belang. De behandelend arts zal daarover met de patiënt spreken. Bij elke behandeling zitten er voor- en nadelen voor de kwaliteit van leven. Het doel van een recidief behandeling moet altijd zijn om niet alleen het leven zo lang mogelijk te verlengen, maar ook de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te maken en te houden. Het is ook belangrijk dat de hersentumor patiënt hier in overleg met zijn naasten zelf goed over nadenkt en hierin meedenkt met de behandelende arts. Veel doktoren zullen over het algemeen streven naar zo lang mogelijke levensverlenging, maar hou daarbij vooral zich op de omstandigheden en risico's die dat tot gevolg zou kunnen hebben in het individuele geval van de patiënt.

Wanneer behandelen geen zin meer heeft

Zeker bij kwaadaardige hersentumoren treedt bij de meeste patiënten een moment op dat duidelijk wordt dat de hersentumor niet meer bestreden kan worden. Als er geen zinvolle behandel-opties meer voor handen zijn, of wanneer een behandeling niet wenselijk of haalbaar meer is door een te slechte conditie van de patiënt. De behandelende arts zal dat dan met de patiënt en naasten bespreken. Daarna treedt er dan de “palliatieve” fase in.

De palliatieve fase

In de palliatieve fase is men, hoe moeilijk ook, ervan overtuigt geraakt dat genezing van de hersentumor patiënt helaas niet meer tot de mogelijkheden behoort en de kans groot is dat de patiënt binnen afzienbare tijd aan zijn ziekte zal overlijden.

In de palliatieve fase is het behandelen vooral gericht op het verzachten van de klachten en het optimaliseren van de kwaliteit van leven voor de patiënt. Deze palliatieve behandeling kan onder andere bestaan uit medicijnen, ondersteuning in de verzorging door thuiszorg. het goed regelen en ondersteunen van de mantelzorg, of opname in een hospice. Een voorbeeld van medicatie die daarbij vaak gegeven wordt is dexamethason ter bestrijding van de klachten die dan vaak optreden als gevolg van vochtophoping rond de hersentumor. Pijn kan in deze fase vaak worden bestreden met lichte pijnstillers tot morfine. Rustgevende medicijnen kunnen angst, onrust of verwardheid tegen gaan. Anti-epileptica helpen bij het onderdrukken van epileptische aanvallen. Vaak is de huisarts een belangrijke raadgever in deze fase. Zie ook ons artikel zorg in de laatste levensfase en reactie bij sterven en rouw


Help ons helpen

Doneer nu!

100% voor hersentumor onderzoek.

Doneer